De heren van Bergh

reactiedatum 1100 - 1712
In 1577 begon graaf Willem IV met zijn grootste productie van munten. De daalder van Dieren uit 1577 (niet geslagen in Dieren maar in de Munt in ’s-Heerenberg) is in grote hoeveelheden geslagen en vooral via handelaren verkocht naar Oost-Europese landen. Het portret van Willem is het enige portret van hem, waarvan met zekerheid kan worden gezegd dat hij het voorstelt. Als er geschilderde portretten van hem bestaan, zijn die verloren gegaan tijdens de bezetting van het kasteel in de tachtigjarige oorlog. Particulier bezit. In 1577 begon graaf Willem IV met zijn grootste productie van munten. De daalder van Dieren uit 1577 (niet geslagen in Dieren maar in de Munt in ’s-Heerenberg) is in grote hoeveelheden geslagen en vooral via handelaren verkocht naar Oost-Europese landen. Het portret van Willem is het enige portret van hem, waarvan met zekerheid kan worden gezegd dat hij het voorstelt. Als er geschilderde portretten van hem bestaan, zijn die verloren gegaan tijdens de bezetting van het kasteel in de tachtigjarige oorlog. Particulier bezit. Foto Hans Hegman

Nadat gravin Adela van Hamaland en haar echtgenoot Balderik van het toneel zijn verdwenen, komen grote delen van hun graafschap Hamaland, dat zich uitstrekt van Elten tot Deventer, in handen van de graven van Gelre en de graven van Zutphen. Uiteindelijk belandt een deel van de erfenis in handen van de heren van Bergh.

De stamvader van het geslacht Van den Bergh

Tussen 1100 en 1125 trouwt Constantinus de Melegarde, die met terugkerende kruisvaarders vanuit het nabije oosten is meegekomen, met een dochter uit het Zutphense gravenhuis. Constantinus krijgt land te leen in onze streek, vermoedelijk in het gebied tussen Netterden en Emmerik. Hij noemt zich dan Constantinus de Monte (latijn voor: Constantinus van den Bergh) mogelijk naar de heuvel die nu Montferland heet. Dat is het begin van het geslacht Van den Bergh. Rond 1250 bouwt zijn achterkleinzoon Hendrick op een lage motte midden in een moeilijk begaanbaar moeras een versterkte burcht met een woontoren (donjon). Op deze plek staat nu het huidige kasteel Bergh. Het latere stadje ’s-Heerenberg ontstaat als nederzetting bij die burcht.

Heren worden graven

Het geslacht Van den Bergh behoort tot de hoogste adellijke geslachten van die tijd en de heren voeren als bannerheren een eigen vaandel in de strijd. Hun wapen is een schild met een leeuw en daaromheen elf bezanten (= byzantijnse munt) op een schildzoom. In 1486 krijgt Oswald I van de Duitse keizer de graventitel. Vanaf dat moment mogen de heren zich rijksgraaf noemen met zelfstandige soevereiniteit. Dat betekent dat ze gezag mogen uitoefenen in het graafschap zonder verantwoording af te hoeven leggen aan anderen. Door vererving en huwelijken breidt het graafschap Bergh zich steeds verder uit. Onder andere ’s-Heerenberg, Didam, Etten, Zeddam, Gendringen, Netterden, de vier Hezen (bij Emmerik) behoren ertoe. De heren van Bergh leggen de mensen z.g. 'heerlijke rechten' (belastingen) op die veel geld in het laatje brengen.

Graaf Willem IV van den Bergh

De bekendste graaf van Bergh is Willem IV (1537-1586). Hij volgt een opleiding aan het hof van koning Karel V in Brussel en verkeert daar in de hoogste kringen van Europa. Daar leert hij Willem van Oranje kennen en leert hij dat hij de gelijke is van de hoge Bourgondische adel. Die plek zal hij zijn leven lang opeisen. Willem IV trouwt met Maria van Nassau (1539-1599), de oudste zus van Willem van Oranje. Het echtpaar krijgt zestien kinderen. De heren en graven van Bergh kennen eeuwenlang een eigen muntslag waar veel geld mee wordt verdiend. Hoewel de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden eind zestiende eeuw eenheidsmunten gaat uitgeven, blijft Willem IV zijn munten (van slechte kwaliteit, de z.g. ’hagemunten’) illegaal slaan, omdat het veel geld opbrengt.

De Tachtigjarige Oorlog brengt ellende

Het leven van Willem en Maria wordt getekend door de Tachtigjarige Oorlog die duurt van 1568 tot 1648. Ze zijn enorm begaan met de bevolking uit het graafschap die zeer te lijden heeft onder de oorlog. Hongersnood, pest en plunderingen door Spaanse bezetters, geuzen en Staatsen maken het leven van alle dag niet gemakkelijk. Hoewel het strenge Calvinisme in Nederland de overhand krijgt, blijven Willem en Maria tolerantie nastreven. Godsdiensten moeten naast elkaar kunnen bestaan, vinden zij. Willem vecht aanvankelijk mee met zijn zwager Willem van Oranje en verovert menige Gelderse stad op de Spanjaarden. Terwijl Willem in 1582 stadhouder van Gelderland is geworden, komt uit dat hij in het geheim contact heeft met de Spanjaarden. Willem en Maria worden als verraders gevangen genomen, maar door bemiddeling van zijn zwager Willem van Oranje wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten. Uit wroeging kiest Willem samen met zijn zonen aan het eind van zijn leven weer de zijde van de Spanjaarden. Hij wil alleen maar vrede in zijn uitgemergelde graafschap. Zijn zoon graaf Hendrik krijgt nog een hoge positie in het Spaanse leger.
De rol van de graven van Bergh is uitgespeeld

Het uitsterven van het geslacht

De middeleeuwen zijn allang voorbij en de Gouden Eeuw van de Republiek breekt aan. In het westen groeit de economie door het goede ondernemersklimaat in de Hollandse steden. Gelderland ligt nog een tijd in de vuurlinies met de Spanjaarden, totdat in 1648 de Vrede van Münster wordt getekend. De rol van de graven van Bergh is dan definitief uitgespeeld. De Republiek der Verenigde Nederlanden wil geen feodale staatjes meer in haar gebied. Met de dood van graaf Oswald III van den Bergh in 1712 sterft het geslacht Van den Bergh in mannelijke lijn uit. Via zijn dochter gaat het graafschap Bergh over op het verre Duitse vorstenhuis Hohenzollern-Sigmaringen, waarvan de graven zich nauwelijks nog op het kasteel Bergh vertonen. Uiteindelijk koopt de industrieel Jan Herman van Heek uit Enschede het kasteel en de landerijen in 1912 van de Duitse vorst. Aan hem is het te danken dat we nog zo veel van de pracht en de roemruchte historie van de graven van Bergh in onze streek kunnen terugvinden.

Hans Hegman

Literatuur

Dalen, A.G. van, Bergh, Heren, Land en Volk, Nijmegen: Thoben Offset 1979
Schilfgaarde, Mr. A.P. van, Het Huis Bergh, Maastricht: N.V. Leiter-Nypels, 1950
Dalen, A.G. van, Gelderse Historie in de Liemers, eerste deel, ’s Gravenhage - Rotterdam: Uitgeverij Nijgh en van Ditmar, 1971
Dalen, A.G. van, Gilden & Schutterijen in de Graafschap Bergh, Zutphen: De Walburg pers, 1971
Dalen, A.G. van, Graaf Willem IV van den Bergh, Een Gelderse geschiedenis uit de Opstand tegen Spanje, Doetinchem: Staring Instituut - Mr. H.J. Steenbergenstichting, 1998
Winter, Johanna Maria van, Godschalk de Kruisvaarder en de Heren van den Bergh. Enkele hypothesen, in Bijdragen en Mededelingen Gelre, Arnhem: Vereniging Gelre, 2006
www.Berghpedia.nl

Tags:

Geef een reactie