Wonderbaarlijke krachten van Maria

reactiedatum 1944
Corrie ten Brinke Corrie ten Brinke An Bloemberg, 2016

Maria-bedevaart van Groessen naar Oud-Zevenaar


Corrie ten Brinke-Bloemberg (1944) heeft in haar jeugd meerdere malen meegelopen met de processie vanuit de kerk van Groessen naar Oud-Zevenaar. Deze processie werd gehouden op de zondag vóór de Groessense kermis, die altijd op de derde zondag van september was. Oud-Zevenaar was in die tijd een bekende bedevaartplaats. Ook uit de omringende dorpen liepen gelovigen één keer per jaar naar het bijzondere Mariabeeldje.

“Mijn jeugd heb ik doorgebracht in Groessen, gemeente Duiven. Het was een dorp met veel tuinders, waar wij 's zomers ook vakantiewerk deden. Groessen heeft een heel mooi verenigingsleven en ook een héle mooie kerk. Mijn vader was schoenmaker. Toen ik zestien jaar was zijn we naar Duiven verhuisd, want daar was meer werk voor hem. Wij woonden vroeger in de Dorpstraat en naast ons woonden ook twee families Bloemberg.

Het aangespoelde beeld

Ik weet nog heel goed dat wij vroeger in processie naar Oud-Zevenaar liepen. In de veertiende eeuw was daar een Mariabeeldje aangespoeld, daar zouden wonderbaarlijke krachten vanuit zijn gegaan. Het was een mooie kerk, niet zo groot als die van Groessen. Aan de rechterkant was het Maria-altaar met het Mariabeeld met kind.

Zingen en bidden

Wij liepen zo'n anderhalf uur over de processie en onderweg werd er gebeden en gezongen. Ik liep samen met mijn vriendinnen Fia Spaan en Riet Janssen. In de processie liepen ook bruidjes mee, het kerkkoor en ceremoniemeesters. Die hadden een donker pak aan met een paarse sjerp om en zo'n grote staf in de hand. Zij gaven aan wat we moesten bidden of zingen en ze bewaarden de orde. Want we mochten niet praten, lachen of giechelen onderweg.

De tuin van Bus

We liepen over de Groessenseweg, bij Lemm rechtsaf de Pannerdenseweg op, dan via de Slenterweg langs de Breuly op. Dat is een gat, waar wij vroeger ook wel gingen zwemmen. Onderweg zongen we Marialiedjes: Ave. Ik kende er heel veel, want mijn vader was gek op Marialiedjes. Bij de Breuly gingen we de dijk op naar de kerk van Oud-Zevenaar. Onderweg bekeken we de tuinen, halverwege de Slenterweg was de mooie tuin van Bus. Die hadden een héél mooi geknipte haag. Aan het begin en aan het einde was een sierlijke toren opgeknipt, dat maakte veel indruk op mij.

Café van Aalst

Na wel vijf of zes kilometer te hebben gelopen kwamen we eindelijk bij de kerk aan. Daar was eerst een plechtigheid. Wat wij het allerleukste vonden was de pauze die daarop volgde. We kregen dan limonade van onze ouders. Dat was in die tijd heel bijzonder, want we waren niet zo verwend. We gingen dan naar café van Aalst naast de kerk. Dat gebouw bestaat nu nog en het doet nog steeds dienst als horeca. Na de pauze gingen we weer terug de kerk in voor het Lof. Als afsluiting zongen we altijd het Te Deum.

Goede herinneringen

Zo ongeveer in de periode tussen 1954 en 1960 heb ik met de processie meegelopen. Deze is doorgegaan tot 1965. In 1975 is het Mariabeeldje verdwenen, daarna hebben ze een replica geplaatst. Ik heb goede herinneringen aan mijn jeugd in Groessen en ook wel aan de processie. Dat deed je gewoon. In die tijd luisterde je gewoon naar je ouders, dat hoorde er gewoon bij.”

Interviewer en auteur: An Bloemberg

 

Tags:

Geef een reactie