Smokkelverhaal: Een gestolen paard
De Liemers ligt aan de grens met Duitsland en kent veel smokkelverhalen. Vooral tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er veel gesmokkeld. In Duitsland kwam een steeds groter tekort aan voedsel en spullen. Dat zorgde ervoor, dat er vanuit Nederland veel naar Duitsland werd gesmokkeld. Een wel heel bijzonder smokkelverhaal heeft te maken met… een paard! Lees snel verder.

Liemers Museum
Een onweerstaanbaar aanbod
Koffie, thee, suiker, vlees, chocolade en tabak werden het meest gesmokkeld. Mensen bedachten slimme manieren om deze spullen over de grens te krijgen. Ze stopten bijvoorbeeld koffiebonen in het frame van een fiets of pakjes boter in een extra laag stof op een onderrok. Ook legden ze plakken chocolade in een kruiwagen met daaroverheen een lading zand of grind.
Vroeger werd je bij de grens gecontroleerd door de douane. Soms werd de Nederlandse en Duitse douane gewoonweg omgekocht. Zo’n douanier verdiende in die tijd 2,50 gulden (€1,14) per week. Georganiseerde smokkelbendes betaalden hen met gemak 7,50 gulden. Dan moesten de douaniers even net doen of ze niks zagen als de smokkelaars bijvoorbeeld een aantal paarden of koeien illegaal over de grens brachten. In die tijd, toen veel mensen erg arm waren, was zo’n aanbod moeilijk te weerstaan.
Het Azewijnse paard
Een bekend verhaal over smokkelen is dat van het Azewijnse paard. Veel Nederlanders en Duitsers die vlakbij de grens woonden, trokken zich niet veel aan van het uitvoerverbod voor paarden en andere zaken. Ook de 32-jarige Duitse boer Lueb uit Klein-Netterden had er maling aan.
Op 7 september 1914, midden in de nacht, voerde hij een slim plan uit. Vanaf de Duitse kant van het kanaal gooide hij een lus om de nek van een paard dat aan de overkant, in Nederland, stond. Hij trok aan het touw en zo kwam het paard door het water naar Duitsland.
De Duitser zei daarna dat hij in Duitsland aan het touw had getrokken. Hij vond dus dat hij in Duitsland een paard invoerde en niet vanuit Nederland een paard uitvoerde (wat niet mocht). Hij vond dat de Nederlandse rechter daarover niets te zeggen had.
Het oordeel van de rechtbank
Dit paard is nu bekend als het Azewijnse paard. Het heeft namelijk gezorgd voor een heleboel rechtszaken, omdat Lueb na een uitspraak steeds naar een hogere rechter stapte. Was de man nou schuldig of niet? De rechtbank zei dat het paard beslissend was: dat stond in Nederland en dus was Nederland de ‘plaats delict’. En ook de andere rechters waren het er over eens dat Lueb schuldig was. Het gerechtshof vond dat het touw een verlengde was van Luebs arm. Daardoor strekte zijn arm zich uit tot op Nederlands grondgebied. En ook de Hoge Raad vond dat als je aan een trouw trekt dat aan een paard in Nederland vastzat, je toch echt een misdrijf in Nederland pleegt.
Dus als je vanuit het buitenland een misdrijf in Nederland pleegt, mag een Nederlandse rechter over jou beslissen.
De betekenis in deze tijd
De zaak van het Azewijnse paard is internationaal bekend geworden en hoort nu bij de leerstof van iedereen die in Nederland rechten studeert. Het was een belangrijke zaak die alleen maar belangrijker werd. Helemaal sinds de komst van computers en internet.
Het maakt niet uit waar iemand achter de computer zit. De plaats van de dader bepaalt niet of er een strafbaar feit is gepleegd. Het gaat om de plaats waar het misdrijf plaatsvindt. Het gaat er dus om wáár de gehackte computer staat, wáár de virussen actief worden, wáár de illegale bestanden gedownload worden, enzovoorts. Net als bij Lueb en het touw om de nek van het paard.
Deze pagina is een bewerkte versie van een eerdere publicatie. Bewerking: VAtotZ & Kunstwerk! Liemers Museum.