Mijn verhaal over de Liemers en Duiven is dat van ontmoeting en ontdekking

reactiedatum 2016
Foto: Bram Harmsen Foto: Bram Harmsen

Toen ik inwoner van Duiven werd begin 2014 was ik nieuwsgierig. Nieuwsgierig naar het landschap met zijn dijken, kerken, kassen, de weilanden, de akkers en hun producten en de dorpen van Duiven en van De Liemers. Fietsen is voor mij het middel om te ontdekken. Het geruis langs je hoofd van wind op de dijken, de Hollandse (of moet ik zeggen Liemerse) luchten, de uiterwaarden, soms woest, maar altijd veranderend, aan de ene kant van de dijk, het cultuurlandschap aan de andere kant, de dikke Toren van Oud Zevenaar waar ik een veel grotere plaats bij vermoedde, of op zijn minst een oud klooster, het kerkje van Hoog-Elten dat je veelal ziet in de verte, en de beklimming van de Elterberg (nou ja berg….) daar.

Als nieuwe burgemeester heb ik de gemeente ontdekt door veel op stap te zijn. Met alle raadsleden en fractieassistenten heb ik persoonlijk kennis gemaakt en ieder heb ik gevraagd mij iets in de gemeente te laten zien en mij ergens mee naartoe te nemen. Zo heb ik kennisgemaakt met de samenleving, met haar mooie kanten, maar ook met haar problemen, het leed achter de voordeur en de burenruzies. Ik bezocht tal van verenigingen, de kerkgenootschappen, mooie en bijzondere plaatsen, scholen, instellingen en grote en kleine bedrijven. Natuurlijk leer je ook de dorpen kennen, de processies, de kermissen, de schutterijen, de muziekverenigingen en al die mensen die zich inspannen om de dorpen Duiven, Groessen en Loo levendig en attractief te houden, voor anderen en ook voor zichzelf. Enkele verhalen over mijn ontmoetingen wil ik hier vertellen.

Toen ik wist dat ik burgemeester van Duiven zou worden, maar het nog niet was, maakte ik, incognito, een lange wandeling. Ik begon in Groessen, liep via de dijk naar Loo en door het Horsterpark naar het Duivense centrum en het gemeentehuis. Daar in dat gebouw zou dus mijn nieuwe werkplek komen. Naar binnen gaan doe je nog niet, ik geloof dat dat een soort ongeschreven regel is, het gemeentehuis was immers nog het domein van mijn voorganger, oud-burgemeester Henk Zomerdijk. Voor het gemeentehuis komen er plotseling twee mannen op me af, lachend. Ik herken ze niet, maar zij mij wel. Een van hen is Geert Hermans, gemeenteraadslid. Hij maakt zich nader bekend. Hij en ik hebben een gezamenlijk verleden. In het jongerenkoor van de Onze Lieve Vrouwekerk in Arnhem zong hij en speelde ik met haren tot op mijn schouders basgitaar. We halen herinneringen op uit een gedeeld verleden en laten namen van vroeger de revue passeren.

Tijdens de eerder genoemde lange wandeling viel mijn oog op havezate Loowaard, in volle glorie en schitterend gelegen in de uiterwaarden. En toen ik met raadslid Nard Everdij tijdens onze kennismaking de processieroute van Duiven liep viel mijn oog eens te meer op de Magerhorst. Ik vind het mooi de historie van oude gebouwen te horen. Wie kunnen je daarin beter wegwijs maken dan de trotse en enthousiaste eigenaren. Dat cadeautje werd me gegund en ik denk er nog met veel plezier aan terug. Bij de Magerhorst hoort - een spookverhaal en ook over de rijke geschiedenis van Loowaard is op internet veel te vinden. Een Googlexcursie en een fietstochtje zijn de moeite zeker waard.

Kort nadat ik burgemeester was, heette ik samen met wethouder Sjef van Groningen de bezoekers van de Duivense vrijwilligersavond welkom. Ineens een bekend gezicht. De harde schijf draait en ik weet plotseling wie het is: Fons Pieters. Op hem was ik vroeger jaloers. Hij en zijn broer Frans waren geweldige voetballers bij VDZ in Arnhem, waar ik ook lid was en maar wat aanrommelde. Ze waren dikwijls te vinden op het voetbalveld achter mijn ouderlijk huis. In mijn ogen waren ze beide in de wieg gelegd voor een carrière als profvoetballer. Fons is nooit prof geworden en blijkt nu directeur te zijn van basisschool De Kameleon, nog steeds met een warm voetbalharthart. Tijdens een werkbezoek hebben we ruim de tijd genomen om over het onderwijs te spreken, maar ook om herinneringen op te halen aan de buurt waar we zijn opgegroeid.

Zo heb ik veel ontdekt en met veel mensen kennis gemaakt. Ik heb heel veel nieuwe mensen ontmoet die mij Duiven met hun ogen hebben laten zien. Soms ook hernieuwde kennismakingen, met mensen die uit Arnhem zijn weggetrokken op zoek naar een ruimere en prettige woonomgeving. Ik herken ze vaak aan een licht, soms wat zwaarder accent en een liefde (soms ook haat/liefde) voor Vitesse. Intussen herken ik ook andere tongvallen; het Liemerse, het Betuwse, het Nijmeegse en het Achterhoekse accent. En je ontdekt dat niet iedereen fan van de Arnhemse profclub is, want ook de Graafschap heeft heel wat aanhangers. Dat merkte ik onder meer bij een bezoek aan sv Loo, waar ik een blauwwitte das ontving. De kleuren van Loo, maar ook van de Graafschap werd mij duidelijk gemaakt. Ze leer je de gemeenschap kennen in allerlei nuances. Ze hebben er aan bijgedragen dat ik me thuis voel in Duiven, mijn mooie gemeente met zijn rijke gemeenschapsleven.

 

Tags:

Geef een reactie