Kerstening in de Liemers

reactiedatum ca. 690
Willibrord Willibrord

Vanaf het eind van de zevende eeuw kwamen uit Engeland en Ierland afkomstige missionarissen, naar onze streken om de ‘heidense’ Friezen en Saksen te bekeren tot het christendom. Zij werden daarbij gesteund door de christelijke Franken. De Franken wonnen uiteindelijk de oorlogen tegen de Friezen en de Saksen. De Lage Landen vielen vanaf dat moment onder het bewind van de Frankische koningen. Het duurde tot omstreeks het jaar 1000 voordat alle ‘heidense’ bewoners ook daadwerkelijk gekerstend waren en de ‘heidense’ religies van de Friezen en de Saksen waren uitgestorven.

Grote Volksverhuizing

Na de Grote Volksverhuizing van de 4e tot 6e eeuw waren drie grote Germaanse volksstammen - de Franken (Zuid), de Friezen (West en Zuid) en de Saksen (Oost) - de bewoners van de Lage Landen. De Franken waren erg machtig en omstreeks het jaar 500 gingen zij massaal over op het christendom. De Friezen en de Saksen waren ‘heidenen’ en zij geloofden nog in Germaanse goden zoals Wodan en Donar.

Willibrordus

Willibrordus of Willibrord werd in 658 in Noord Engeland geboren. Na het overlijden van zijn moeder stuurde zijn vader hem op 7-jarige leeftijd naar een klooster om monnik te worden. Later verhuisde Willibrord naar een klooster in Ierland. Hij besloot zijn leven niet uitsluitend in gebed en boetedoening door te brengen, maar erop uit te trekken om ‘heidense’ volken te bekeren tot het christendom. In het jaar 690 voer hij met elf metgezellen, waaronder Bonifatius en Werenfried, met een scheepje naar het land van de christelijke Franken. Hij landde mogelijk aan de monding van de Rijn en reisde van daaruit naar het Castellum (Romeinse naam voor een fort) van Utrecht.

Bisdom Utrecht

Utrecht was het middelpunt van waaruit Willibrord zijn missionering aanpakte. Hij kreeg contact met de echte machthebber van de Franken, Pepijn de Tweede. Willibrord vroeg hem om toestemming en hulp. Vervolgens reisde hij naar Rome om de zegen van de paus verkrijgen. De paus schonk hem ook kostbare relieken voor de kerken, die Willibrord zou bouwen. In 695 werd hij bij zijn tweede reis naar Rome door paus Sergius zelfs tot aartsbisschop van de Friezen gewijd. Willibrord bouwde in Utrecht een kerk met klooster, die hij aan Sint Salvator (de verlosser) wijdde. Pepijn wees deze kerk aan als bisschopszetel en Willibrord kreeg van hem de opdracht om de Friezen te bekeren die in de veroverde gebieden woonden. Daarbij heeft hij zijn sporen ook nagelaten in de Liemers, Achterhoek en het Nederrijnse gebied. In 714 heroverden de Friezen het Castellum in Utrecht en Willibrord en zijn medebroeders vluchtten naar het zuiden. Vier jaar later werd het gebied weer – en nu definitief – door de Franken heroverd. Willibrord en zijn gevolg keerden terug en namen de Sint Salvatorkerk weer in gebruik. In dezelfde tijd bouwde Willibrord op de fundamenten van het door de Friezen omstreeks 650 verwoeste Sint Thomaskerkje een nieuwe kerk. Hij wijdde deze aan Sint Maarten, de patroon van zijn Frankische beschermers. Deze kerk kreeg later de bisschopszetel.

Emmerik als centrumplaats voor de missionering

Algemeen wordt aangenomen dat de in 697 door Willibrord gebouwde Sint Maartenskerk in Emmerik als centrumplaats voor de intensieve missionering van onder meer de Liemers diende. Die centrumfunctie had Emmerik kennelijk overgenomen van Rinderen nabij Kleef, waar Willibrord een uitgebreid complex van kerkelijke bezittingen had. De afstand tussen het klooster in Rinderen en de Liemers bedroeg zo’n 10 tot 20 kilometer en hierdoor is het waarschijnlijk dat Willibrord de grondlegger was van meerdere kerken in de Liemers. Vermoedelijk stond er in Didam en Oud-Zevenaar rond 800 al een kerkje. Van een aantal andere plaatsen in de Liemers is dit zeker. Voor Groessen en Duiven wordt een kerk genoemd in een acte uit het jaar 838. Ook in Westervoort, waar missionaris Werenfried zijn sporen heeft nagelaten, moet in die tijd een kerk hebben gestaan. Elke nederzetting van enige betekenis in de Liemers in die periode zal zijn eigen kerk hebben gekregen. Dat zal zeker geen bouwwerk van grote allure zijn geweest, maar een die aansloot bij de mogelijkheden van die tijd.

Theo te Wil

Literatuur

Staring, F.J.M., Van kerstening tot rekatholisering, in Kerkenboek Didam, Geloven rond de Diemse toren, 1000 jaar kerkgeschiedenis, Nijmegen 2000
Joris van Eijnatten & Fred van Lieburg, Nederlandse Religiegeschiedenis, Hilversum 2006
Internet: surfspin.nl/willibrord en religie in Nederland

Tags:

Geef een reactie